Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • walk = lopen
  • miles = mijlen
  • ticket office = kaartjesloket
  • travel = reizen
  • We can travel together on this dangerous road.

    We kunnen samen reizen op deze gevaarlijke weg.

  • cars = auto's
  • station = station
  • I'm going to the train station.

    Ik ga naar het station.

  • far = ver
  • planes = vliegtuigen
  • airport = vliegveld
  • Can you take me to the airport, please?

    Wilt u me naar het vliegveld brengen, aub?

  • trains = treinen
  • bus = bus
  • platform = perron
  • Which platform does the train leave from?

    perron

  • visit = bezocht
  • Then one day, he visited a sick man at home.

    Op een dag, bezocht hij een zieke man thuis.

  • diving = duiken
  • crystal clear = kristalhelder
  • action = actie
  • Adventure = Avontuur
  • Sure! Adventure, heroism and romance happen to be my specialities.

    Natuurlijk! Avontuur, heldendom en romantiek zijn toevallig mijn specialiteiten!

  • great = geweldig
  • As it happens, I know this great story...

    Toevallig ken ik een geweldig verhaal...

  • exciting = spannend
  • They made a long and exciting journey.

    Ze maakten een lange en spannende reis.

  • boring = saai
  • beautiful = mooi
  • I think your story last night was really beautiful.

    Ik vond jouw verhaal van vorige nacht echt mooi.

  • interesting = interessant
  • In London, there is always something interesting for people to see or do.

    interessant