Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • name = naam
  • family = gezin, familie
  • letter = brief
  • friend = vriend, vriendin
  • city = stad
  • horse = paard
  • twins = tweeling
  • teacher = leraar, lerares
  • dog = hond
  • rabbit = konijn
  • number = nummer
  • to see = zien
  • to tell = vertellen
  • to show = laten zien
  • to live = leven
  • to know = weten
  • to call = noemen
  • to hate = hekel hebben aan
  • about = over
  • yourself = jezelf
  • perhaps = misschien
  • younger = jonger
  • nice = aardig
  • always = altijd
  • great = geweldig
  • because = omdat
  • other = andere
  • at home = thuis
  • lots of = heleboel, veel
  • soon = snel
  • old = oud
  • little = klein
  • on our way = op pad