Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • a few years ago = een paar jaar geleden
  • ago = geleden
  • an exam = een examen
  • another person = iemand anders
  • as soon as possible = zo snel mogelijk
  • beautiful = mooi
  • belly = buik
  • bike = fiets
  • birthday party = verjaardagsfeest
  • blanket = deken
  • country = land
  • cousin = neef / nicht
  • far away = ver weg
  • holiday = vakantie
  • home town = woonplaats
  • hospital = ziekenhuis
  • in the nineties = in de jaren negentig
  • kitchen = keuken
  • last week = vorige week
  • neighbour = buurman / buurvrouw
  • never = nooit
  • now = nu
  • over there = daarginds
  • quite = nogal
  • remote = hier: afgelegen
  • right now = op dit moment
  • roof box = bagagerek op autodak
  • sick = ziek
  • spider = spin
  • stomach ache = buikpijn
  • the back seat = achterbank
  • to check = controleren
  • to eat = eten
  • yesterday = gisteren