Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • The ski goggles are on the shelf. = De skibril ligt op de plank.
  • The sales counter is over there. = Daar is de kassa.
  • You mean this green one? = U bedoelt deze groene?
  • It is on sale. It’s a bargain. = Het is in de aanbieding. Het is een koopje.
  • This cap is 50% off. = Deze pet is met 50% korting.
  • Do you have a coupon? = Heeft u een kortingsbon?
  • This is my customer card. = Dit is mijn klantenkaart.
  • This cap has stripes. I like it. = Deze pet heeft strepen. Ik vind hem leuk.
  • That hoody has dots. = Die capuchonsweater heeft stippen.
  • That checked backpack is great. = Die geruite rugzak is super.
  • I would like to buy a white T-shirt. = Ik wil graag een wit T-shirt kopen.
  • Have you got a blue one? = Heeft u er ééntje in blauw?
  • Yes, I have. Here you are. = Ja, die heb ik. Alstublieft.
  • No, I don’t. = Nee, die heb ik niet.
  • It is £20. I like the colour. = Het kost 20 pond. Ik vind de kleur leuk.
  • This iPod case is black. = Deze iPodhoes is zwart.
  • This checked shirt is nice. = Dit geruite shirt is leuk.
  • This is a great discount. = Dit is een geweldige korting.
  • This scarf has stripes. = Deze sjaal heeft strepen.
  • I like dots. = Ik houd van stippen.
  • That are blue leather shoes. = Dat zijn blauwe leren schoenen.
  • This purple T-shirt is on sale. = Dit paarse T-shirt is in de aanbieding.
  • This colour is really awful. = Deze kleur is echt afschuwelijk.
  • Peter is wearing a green hoody. = Peter draagt een groene capuchonsweater.
  • Jeanie always wears a cap. = Jeanie draagt altijd een pet.
  • Her jeans are black. = Haar spijkerbroek is zwart.
  • His trainers are brown. = Zijn sportschoenen zijn bruin.
  • Allie wears a jean jacket all the time. = Allie draagt altijd een spijkerjasje.
  • It is yellow. = Het is geel.
  • These silver pumps are fantastic! = Deze zilveren pumps zijn geweldig!
  • This T-shirt is better quality. = Dit T-shirt is van betere kwaliteit.
  • That cap is made of nicer cotton. = Deze pet is van mooiere katoen gemaakt.
  • This hoody has bigger dots. = Deze capuchonsweater heeft grotere stippen.
  • This one comes with more discount. = Bij deze krijg je meer korting.
  • These have an easier menu. = Deze hebben een makkelijker menu.
  • They are cheaper. = Ze zijn goedkoper.
  • Use your coupon! = Gebruik uw kortingsbon!