Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • board (game) = bord (spel)
  • cards = kaarten
  • clue = aanwijzing
  • die (dice) = dobbelsteen (dobbelstenen)
  • game = spel
  • grid = rooster/schema
  • instructions = hier: spelregels
  • object = hier: doel van het spel
  • online version = online variant
  • opponent = tegenstander
  • position = positie, plaats
  • puzzle = puzzel
  • row = rij
  • secret = geheim
  • time limit = tijdslimiet
  • vertical line = vertical streep
  • word game = woordspelletje
  • is played with = wordt gespeeld met
  • to count = tellen
  • to offer = aanbieden
  • to play = spelen
  • to play against = spelen tegen
  • to put in an answer = een antwoord invullen
  • to run out of time = geen tijd meer hebben
  • to score = scoren, verdienen
  • to search = zoeken
  • to skip = overslaan
  • to solve = oplossen
  • touching = elkaar aanraken
  • alone = alleen
  • at the moment = op het moment
  • available = beschikbaar
  • once = één keer
  • popular = populair
  • probably = waarschijnlijk
  • Question words = Vraagwoorden
  • what = wat
  • who = wie
  • where = waar
  • why = waarom
  • when = wanneer
  • which = welke
  • how = hoe
  • Let’s play hangman. = Laten we galgje spelen.
  • Will you play against Burak? = Speel jij tegen Burak?
  • Asma ran out of time and lost. = Asma had geen tijd meer en verloor.
  • Who will keep the score? = Wie houdt de score bij?
  • I am searching my lucky card. = Ik zoek mijn gelukskaart.
  • Can he skip his turn? = Kan hij zijn beurt overslaan?
  • Let’s solve this Sudoku. = Laten we de Sudoku oplossen.