Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • cards = kaarten
  • checker = speelschijf
  • deck of cards = een spel kaarten
  • a definition = een omschrijving
  • end of a turn = einde van een speelbeurt
  • instructions = instructies
  • letter = letter
  • object = hier: doel
  • opponent = tegenspeler
  • points = punten
  • progress = voortgang
  • a row = een rij
  • rule = regel
  • tile = tegel (hier stuk van een spel)
  • value = waarde
  • to adjust = aanpassen
  • to become = worden
  • to choose = kiezen
  • to compete = tegen iets of iemand spelen
  • to connect = verbinden
  • to count = tellen
  • to drop = laten vallen
  • to end = aflopen
  • to enter = binnengaan
  • to figure out = oplossen
  • to keep track = bijhouden
  • to need = nodig hebben
  • to prevent = voorkomen
  • to put down = neerzetten
  • to repeat = herhalen
  • to score = scoren, binnenhalen
  • to shuffle = schudden
  • to start over = opnieuw beginnen
  • back = terug
  • blank = leeg
  • diagonally = diagonaal
  • double = dubbel
  • easy-to-learn = makkelijk te leren
  • in a row = op een rij
  • obviously = overduidelijk
  • perhaps = misschien
  • quick = snel
  • square = vierkant
  • triple = driedubbel