NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Engels - moved
Eisma - Library
Library 2nd Edition - jaar 1
KGT - File 7 - Cribs - Phrases You Can Use
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren.
Print de lijst als
flashcards
.
Lijst exporteren als tekstbestand.
Engels
Nederlands
What furniture do you have in your bedroom?
=
Welke meubels heb je in je slaapkamer?
What does your bedroom look like?
=
Hoe ziet jouw slaapkamer eruit?
What colours do you have in your bedroom?
=
Welke kleuren heb je in je kamer?
Do you have any decorations, like posters, in your room?
=
Heb je decoratie, zoals posters, in je kamer?
I have posters on the walls.
=
Ik heb posters op mijn muren.
My curtains are dark blue.
=
Mijn gordijnen zijn donkerblauw.
I do my homework in my room.
=
Ik maak mijn huiswerk in mijn kamer.
Who can or cannot enter your room?
=
Wie mag er wel en wie mag er niet je kamer binnenkomen?
My little brother is not allowed in my room.
=
Mijn broertje mag mijn kamer niet in.
I share my room with my sister.
=
Ik deel mijn kamer met mijn zus.
I sleep in a bunk bed / captain’s bed.
=
Ik slaap in een stapelbed / bed met lades.
I sleep in a loft bed and my desk is under it.
=
Ik slaap in een hoogslaper en mijn bureau staat er onder.
I really like my room.
=
Ik vind mijn kamer erg leuk.
She hates her room.
=
Zij vindt haar kamer vreselijk.
What will your room look like?
=
Hoe gaat je kamer eruitzien?
What will you do this week?
=
Wat ga je deze week doen?
What do you want to do this week?
=
Wat wil je deze week doen?
When will you change your room?
=
Wanneer ga je jouw kamer veranderen?
Which colour will you use?
=
Welke kleur ga je gebruiken?
Can you show me your new loft bed?
=
Kun je me jouw nieuwe hoogslaper laten zien?
Look, this is a picture of my new closet.
=
Kijk, dit is een plaatje van mijn nieuwe kledingkast.
Where will you buy a new dresser?
=
Waar ga je een nieuwe ladekast kopen?
Where will you put your furniture?
=
Waar ga je jouw meubels neerzetten?
I will go to the store this weekend.
=
Ik ga dit weekend naar de winkel.
I will go to Ikea this Friday.
=
Ik ga komende vrijdag naar de Ikea.
This week, I will remove all my furniture from my room.
=
Deze week ga ik al mijn meubels uit mijn kamer halen.
Next week, I will sleep in my new room.
=
Volgende week zal ik in mijn nieuwe kamer slapen.
I will change my room to an army theme.
=
Ik ga mijn kamer veranderen naar een legerthema.