- Engels Nederlands
- ancient = oud
- cage = kooi
- cheek = wang
- chest = borst
- citizen = burger
- collar = kraag
- curl = krul
- dust = stof
- engine = motor
- eyebrow = wenkbrauw
- freedom = vrijheid
- glove = handschoen
- government = overheid
- handle = handgreep
- hero = held
- heroine = heldin
- hip = heup
- injury = verwonding
- lightning = bliksem
- mind = gedachten
- moustache = snor
- nail = nagel
- origin = afkomst
- outer space = ruimte
- outline = silhouet
- parrot = papagaai
- pattern = patroon
- shape = vorm
- sleeve = mouw
- spider = spin
- square = vierkant
- stick = stok
- strand = plukje
- suit = pak
- surface = oppervlakte
- trial = rechtszaak
- to add = toevoegen
- to draw = tekenen
- to erase = wissen
- to escape = ontsnappen
- to kidnap = ontvoeren
- to solve = oplossen
- to summon = oproepen
- to volunteer = opperen
- to wander = wandelen
- ability / strength = het vermogen
- agile = beweeglijk
- bald = kaal
- incredible = ongelooflijk
- invincible = onoverwinnelijk
- narrow = smal
- nowadays = vandaag
- rough = ruw
- sweet = aardig
- various = verschillende
- wealthy = rijk