Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • to have = hebben
  • all = allemaal
  • her = haar
  • his = zijn
  • other = ander
  • our = onze/ons
  • own = eigen
  • so = dus
  • their = hun
  • they = zij (m.v.)
  • time = tijd
  • us = ons
  • your = jouw/jullie