Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • accident = ongeluk
  • belly = buik
  • bike = fiets
  • centre = centrum
  • disguise = vermomming
  • face = gezicht
  • freckles = sproeten
  • headache = hoofdpijn
  • holiday = vakantie
  • moustache = snor
  • scar = litteken
  • swimming pool = zwembad
  • the day before yesterday = eergisteren
  • traffic light = verkeerslicht
  • train = trein
  • yesterday = gisteren
  • to change = veranderen
  • to create = maken, creëren
  • to fly away = wegvliegen
  • to happen = gebeuren
  • to look = zien, ook: eruit zien
  • to pay = betalen
  • to pick up = oppikken
  • to recognize = herkennen
  • to show up = verschijnen
  • to steal = stelen
  • angry = kwaad
  • expensive = duur
  • favourite = favoriet
  • glistening = glinsterend
  • happy = blij
  • last year = vorig jaar
  • perfect = perfect
  • since = sindsdien
  • sometimes = soms
  • this morning = vanmorgen
  • we were amused = we vonden het leuk
  • worth = waard