Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • bridge = brug
  • castle = kasteel
  • chest = kist
  • dragon = draak
  • evil witch = boze heks
  • future = toekomst
  • guards = bewaken
  • hero = held
  • horse = paard
  • kingdom = koninkrijk
  • life = leven
  • mirror = spiegel
  • objects = items
  • ogre = trol
  • pain = pijn
  • quest = zoektocht
  • shield = schild
  • thief = dief
  • treasures = schatten
  • wizardry = tovenarij
  • woodcutter = houthakker
  • to become = worden
  • to free = bevrijden
  • to hurt = pijn doen
  • to keep safe = beschermen
  • to kill = doden
  • along the way = onderweg
  • brave = dapper
  • dangerous = gevaarlijk
  • enchanted = betoverd
  • fast = snel
  • filled with = gevuld met
  • forever = voor altijd
  • how = hoe
  • important = belangrijk
  • lonely = eenzaam
  • magic = magisch
  • most certainly = zeer zeker
  • mysterious = mysterieus
  • poor = arm
  • rich = rijk
  • second = tweede (2e)
  • stolen = gestolen
  • what = wat
  • when = wanneer
  • where = waar
  • who = wie
  • why = waarom
  • your highness = uwe hoogheid