Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • cell phone = mobiele telefoon
  • champion = kampioen
  • country = land
  • effort = inspanning
  • loss = verlies
  • match = wedstrijd
  • result = resultaat
  • season = seizoen
  • the stadium = het stadion
  • to ask = vragen
  • to borrow = lenen
  • to come over = langskomen
  • to disappoint someone = iemand teleurstellen
  • to get promotion = promoveren
  • to hold on a minute = even wachten
  • to meet = ontmoeten
  • to produce = produceren
  • to regroup = hergroeperen, krachten verzamelen
  • to repeat = herhalen
  • to visit = bezoeken
  • a place to stay = een overnachtingsplaats
  • as well = ook
  • in the meantime = ondertussen, tot die tijd
  • memorable = onvergetelijk
  • not anymore = niet meer
  • one of the oldest = één van de oudste
  • only = enige
  • Peter speaking! = U spreekt met Peter!
  • tonight = vanavond