- Engels Nederlands
- Would you like to do some shopping today? = Heeft u zin in winkelen vandaag?
- We would like to tell you something about that museum. = Wij zouden u graag iets over dat museum vertellen.
- Would you like to say something? = Wilt u misschien wat zeggen?
- I would love to tell you something about my home town. = Ik wil je heel graag iets over mijn eigen stad vertellen.
- They would love to have their own house. = Ze zouden heel graag een eigen huis hebben.
- He would love to have an ice cream. = Hij heeft heel veel zin in een ijsje.
- Would you go to the cinema with me? I would love to! = Heb je zin om naar de bioscoop te gaan met me? Heel graag!
- I am usually late for dinner. = Ik ben meestal te laat voor het eten.
- He is never late for school. = Hij is nooit te laat op school.
- I will always love you. = Ik zal altijd van je houden.
- I mostly go to school at eight o’clock. = Ik ga meestal om acht uur naar school.
- My father often watches football on TV. = Mijn vader kijkt vaak naar voetbal op tv.
- We sometimes go to a museum. = We gaan soms naar een museum.
- Turn right. = Sla rechtsaf.
- Go straight on. = Ga rechtdoor.
- Close the door. = Doe de deur dicht.
- Look at the building. = Kijk naar het gebouw.
- Visit us next year. = Bezoek ons volgend jaar.
- Have fun! = Veel plezier!