- Engels Nederlands
- Which features go with people that smoke cigars? = Welke eigenschappen hebben sigaar rokers?
- I think senior citizens are interested in… = Ik denk dat senioren geïnteresseerd zijn in…
- People that buy dolls have children. = Mensen die poppen kopen hebben kinderen.
- We think that… = Wij vinden dat...
- If you drive a car you have got money. = Als je een auto rijdt, dan bezit je geld.
- If you have got a desktop you work in an office. = Als je een pc hebt, dan werk je op kantoor.
- If you have got 8 cats you are a cat lover. = Als je 8 katten bezit, dan ben je een kattenliefhebber.