Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • How will you get to England? = Hoe ga je naar Engeland?
  • How was your trip? = Hoe was je reis?
  • What was it like to travel by bus? = Hoe was het om met de bus te reizen?
  • I changed buses in Turin. = Ik moest in Turijn overstappen.
  • Where did you stay overnight? = Waar heb je de nacht doorgebracht?
  • I will take the ferry to England. = Ik ga met de veerboot naar Engeland.
  • Taxi fares are quite expensive. = De taxi tarieven zijn best prijzig.
  • The train was delayed. = De trein had vertraging.
  • Travelling by plane is very relaxing. = Met het vliegtuig reizen is heel rustgevend.