- Engels Nederlands
- I’m sorry I was so mean to you! = Het spijt me dat ik zo gemeen was tegen je.
- You are the only one for me. = Jij bent de enige voor mij.
- Do you feel the same about me? = Voel jij hetzelfde voor mij?
- I love you. = Ik houd van je.
- She doesn’t love him. = Zij houdt niet van hem.
- Can you forgive me? = Kun je het me vergeven?
- Tim is fond of Anne. = Tim is dol op Anne.
- I like you very much. = Ik vind je erg leuk.
- I apologize for my behaviour. = Mijn excuses voor mijn gedrag.
- Do you have a crush? = Ben je verliefd?