Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • athlete = atleet
  • brilliance = uitmuntendheid
  • competition = wedstrijd
  • disabilities = beperking, handicap
  • entrance = entrée
  • event = gebeurtenis, hier: sportwedstrijd
  • gifts = cadeautjes
  • Greece = Griekenland
  • Greek = Griekse taal
  • honour = eer
  • isolation = afgezonderd
  • midsummer = midden in de zomer
  • oath = eed
  • rule = regel
  • to add = toevoegen
  • to allow = toestaan
  • to be crowned = gekroond worden
  • to compete / to take part in = meedoen aan
  • to employ = werk geven aan
  • to hear = horen
  • to obey = gehoorzamen
  • to own = bezitten
  • to protect = beschermen
  • to receive = ontvangen
  • to reward = belonen
  • to succeed = success hebben
  • to surrender = opgeven
  • to worship = vereren
  • a long time ago = een hele tijd geleden
  • covered = besloeg
  • nearby = dichtbij
  • on his own = alleen
  • probably = waarschijnlijk
  • too = ook
  • twice = twee keer