Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • excitement = opwinding
  • options = mogelijkheden
  • fortress = fort
  • visitor = bezoeker
  • residence = verblijf, woning
  • sights = bezienswaardigheden
  • walking tours = wandeltochten
  • exhibition = tentoonstelling
  • keeper-talks = voorlichting door verzorgers
  • roller coaster = achtbaan
  • scenery = omgeving
  • meal = maaltijd
  • coach tour = bus toer
  • noon = 12 uur ‘s middags
  • destination = bestemming
  • crossing = overtocht
  • dessert = dessert, toetje
  • hills = heuvels
  • dungeons = kerkers
  • bench = bank (om op te zitten in het park)
  • to declare = verklaren, aangeven
  • to continue = doorgaan
  • abroad = in het buitenland
  • whether …. or = of .... of
  • busy = druk
  • secure = veilig
  • well-known = beroemd
  • there’s more to life than … = er bestaat meer in het leven dan…
  • vibrant = levendig
  • breathtaking = adembenemend
  • to have an eye for … = oog hebben voor
  • sharp = scherp
  • originally = oorspronkelijk