Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • decide = besluiten
  • skin = huid / vel
  • express yourself = jezelf uitdrukken
  • changing room = kleedruimte
  • cut - cut - cut / cut = knippen
  • buy - bought - bought / buy = kopen
  • fashionable / trendy / stylish = modieus / stijlvol
  • look forward to = naar iets uitkijken
  • spend - spent - spent / spend = uitgeven (geld) / uitgeven
  • change / transform / make over = veranderen
  • football boots = voetbalschoenen
  • stress = benadrukken
  • exercise = bewegen / trainen
  • neighbourhood = buurt / wijk
  • kick out = eruit schoppen
  • experience / experienced = ervaren
  • area = gebied
  • community = gemeenschap
  • youngster = jongere
  • crime = misdaad
  • hang around - hung around - hung around / hang around = rondhangen
  • security = veiligheid / beveiliging
  • lose - lost - lost / lose = verliezen
  • little = weinig
  • put on - put on - put on / put on = aanbrengen / indoen
  • sit - sat - sat / sit / sit up - sat up - sat up / sit up = rechtop zitten / zitten
  • cheer = juichen / toejuichen
  • weight = gewicht
  • agree = instemmen / mee eens zijn
  • influence = invloed
  • drugs = medicijnen / verdovende middelen
  • difficult / hard = moeilijk
  • wet = nat
  • smart = netjes / sjiek
  • lift = optillen
  • muscle = spier
  • disease = ziekte
  • side = zijkant
  • knock down = afbreken
  • brick = baksteen
  • think - thought - thought / think = denken
  • save up money = geld sparen
  • earn money = geld verdienen
  • carpet = kleed / vloerkleed
  • wall = muur
  • ceiling = plafond
  • screw = schroef
  • nail = spijker
  • paint = verf / schilderen
  • tell - told - told / tell = vertellen
  • remove = verwijderen