Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • follow a ritual = een ritueel uitvoeren
  • match / game = wedstrijd
  • dressing room = kleedkamer
  • have a shower = douchen
  • freezing cold = ijskoud
  • concentrate / focus = concentreren
  • get dressed = aankleden
  • complicated / complex = ingewikkeld
  • drink / drink - drank - drunk = drinken
  • swap / exchange = ruilen / uitwisselen
  • opponent = tegenstander
  • deserve = verdienen
  • in the charts = in de hitlijst
  • gate = hek
  • entrance = ingang
  • effort = poging
  • wrestle / wrestling = worstelen
  • originate from = stammen uit
  • sip = een klein slokje / een klein slokje nemen
  • referee = scheidsrechter
  • resemble = lijken op
  • belt = riem / band
  • corner = hoek
  • goddess = godin
  • hard-boiled egg = hardgekookt ei
  • ribbon = lint
  • slope = helling
  • bathe = baden / bad nemen
  • say a prayer = bidden
  • firework / fireworks = vuurwerk
  • display = show / voorstelling
  • grow / grow - grew - grown = groeien
  • sweep / sweep - swept - swept = vegen
  • parade = optocht
  • donate / offer = geven
  • cucumber = komkommer
  • adapt to = aanpassen aan
  • appreciate = waarderen
  • New Year’s Eve = oudejaarsavond
  • whistle = fluiten
  • New Year’s Day = nieuwjaarsdag
  • remain = blijven
  • succeed in = slagen in
  • cellar = kelder
  • town = stad
  • village = dorp
  • prayer = gebed
  • relative = familielid
  • fast = vasten / niet eten
  • mosque = moskee
  • quarrel = ruzie
  • remedy = remedie / medicijn
  • peace = vrede
  • release / free / liberate = bevrijden / vrijlaten
  • awareness = besef / bewustzijn
  • confidence / self-confidence = zelfvertrouwen
  • encourage = stimuleren / bevorderen
  • increase = toenemen
  • care = zorg
  • anonymous = anoniem
  • according to = volgens
  • stand out = opvallen
  • tune = stemmen (instrumenten) / stemmen
  • pause = stoppen / pauzeren
  • exchange = uitwisseling / uitwisselen
  • respond = reageren
  • polite = beleefd
  • attend = deelnemen aan
  • rite of passage = overgangsrite
  • hunt = jagen
  • society = maatschappij / gemeenschap
  • complete a task = een taak volbrengen
  • in public = in het openbaar
  • in private = privé
  • ant = mier
  • pain = pijn
  • naked = naakt
  • by force = met geweld
  • stick = stok
  • twins = tweeling
  • creep / creep - crept - crept = kruipen
  • wipe = afvegen / vegen
  • thirst = dorst
  • exhaust = uitputten
  • stage = fase
  • limit to = beperken tot