Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • a few = een paar
  • about = over
  • amazing = geweldig
  • as well = ook
  • at = in
  • at night = 's nachts
  • different = verschillend
  • friendly = vriendelijk
  • from = van
  • good luck = succes
  • hard = zwaar, moeilijk
  • how = hoe
  • in the afternoon = 's middags
  • in the evening = 's avonds
  • in the morning = 's ochtends
  • just = net / pas
  • later = straks
  • no = geen
  • nothing = niks
  • okay = oké
  • so = zo
  • the bottle = de fles
  • the can = het blikje
  • the coke = de cola
  • the colleague = de collega
  • the experience = de ervaring
  • the hostel = de jeugdherberg
  • the idea = het idee
  • the mineral water = het mineraalwater
  • the office = het kantoor
  • the shop assistant = de winkelbediende
  • the sort = de soort
  • the tourist = de toerist
  • the waitress = de serveerster
  • to = tot
  • to get = krijgen / halen
  • to meet = ontmoeten
  • to stay = verblijven / blijven
  • to tell = vertellen
  • to travel = reizen
  • what = wat
  • when = wanneer
  • where = waar
  • who = wie
  • why = waarom
  • will = zullen