Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • disappointing = teleurstellend
  • excited = opgewonden
  • famous = beroemd
  • nil = nul
  • overseas = buitenland, overzee
  • pleased = blij
  • the basketball = de basketbal
  • the exhibition = de tentoonstelling
  • the gig = het concert
  • the guys = de jongens
  • the match = de wedstrijd
  • the museum = het museum
  • to buy = kopen
  • to call = bellen
  • to drink = drinken
  • to ride = rijden
  • to eat = eten
  • to forget = vergeten
  • to give = geven
  • to have = hebben
  • to lend = lenen aan
  • to make = maken
  • to need = nodig hebben
  • to pack bags = inpakken
  • to pay = betalen
  • to put = plaatsen
  • to read = lezen
  • to see = zien
  • to sit = zitten
  • to spend (time) = doorbrengen
  • to swim = zwemmen
  • to take = nemen
  • to think = denken
  • to understand = begrijpen
  • to wear = dragen
  • to win = winnen
  • to worry = zich zorgen maken
  • to write = schrijven