Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • un oiseau = een vogel
  • pressé = gehaast
  • le bord = de oever
  • le pont = de brug
  • fou = gek
  • la joie = de vreugde
  • le couloir = de gang
  • en or = gouden
  • timide = verlegen
  • dire des bêtises = domme dingen zeggen
  • les lunettes = de bril
  • la marche = de tree
  • se déplacer = zich verplaatsen
  • se débrouiller = zich redden
  • s’entraîner = trainen
  • garder = bewaren, houden
  • hésiter = aarzelen
  • se réveiller = wakker worden
  • s’habiller = zich aankleden
  • noter = noteren
  • fixer un rendez-vous = een afspraak maken
  • avoir l’air = eruit zien
  • en plus = bovendien
  • rater = missen
  • la camionnette = het busje
  • poser une question = een vraag stellen
  • enregistrer = opnemen