Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • le porte-bagages = bagagerek
  • le papier-peint = behang
  • faire les lits = bedden opmaken
  • prendre la commande = bestelling opnemen
  • s’occuper de = zich bezig houden met
  • le prospectus = brochure
  • la viennoiserie = (zoete) broodjes
  • superviser = controleren, checken
  • au quotidien = dagelijks
  • la couette = dekbed
  • la housse de couette = dekbedhoes
  • le bonnet de douche = douchemuts
  • un écran plat = flatscreen
  • le rafraîchissement = frisdrank
  • des œufs au plat = gebakken eieren
  • le rideau = gordijn
  • les serviettes de toilette = handdoeken
  • le chevet = hoofdeinde
  • un oreiller = hoofdkussen
  • la chaîne d’hôtel = hotelketen
  • le peigne = kam
  • une armoire = kast
  • un traversin = (rol)kussen
  • changer les draps = lakens verwisselen
  • une fuite d’eau = lekkage
  • le fauteuil = leunstoel, makkelijke stoel
  • le linge = linnengoed
  • la corbeille = mandje
  • le matelas = matras
  • fil et aiguille = naald en draad
  • la couture = naaiwerk
  • la table de chevet = nachtkastje
  • nécessaire = nodig
  • l’entretien = onderhoud
  • les produits d’accueil = ontvangstproducten
  • ranger = opruimen
  • transmettre = overhandigen
  • nettoyer les vitres = ramen zemen
  • des œufs brouillés = roerei
  • la détérioration = schade
  • se raser = zich scheren
  • le tableau = schilderij
  • le cirage = schoenpoets
  • nettoyer = schoonmaken
  • le shampoing = shampoo
  • les chaussons = slofjes,slippertjes
  • trier = sorteren
  • le miroir = spiegel
  • le couvre-lit = sprei
  • la chaise = stoel
  • passer l’aspiratoire = stofzuigen
  • repasser = strijken
  • la brosse à dents = tandenborstel
  • le dentifrice = tandpasta
  • le tapis = tapijt, kleed
  • compter = tellen
  • à votre disposition = tot uw beschikking
  • l’éclairage = verlichting
  • différent = verschillend
  • sale = vies
  • préparer = voorbereiden, in orde brengen
  • la lingerie = wasserette
  • les produits jetables = wegwerpproducten
  • réveiller = wekken