Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • voir = zien
  • savoir = weten, kunnen / weten / kunnen
  • dépendre de = afhangen van
  • un hiver = een winter
  • le moniteur = de instructeur
  • la langue = de taal
  • remplir = invullen
  • rappeler = terugbellen
  • le petit boulot = het baantje
  • le/la guide / le guide / la guide = de gids
  • assieds-toi = ga zitten
  • le prénom = de voornaam
  • le numéro de téléphone = het telefoonnummer
  • une expérience = een ervaring
  • vraiment = echt
  • disponible = beschikbaar