Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • la vue = het uitzicht
  • les affaires = de zaken
  • le sommet = de top
  • la tour = de toren
  • haut = hoog
  • les gens = de mensen
  • en bas = beneden
  • penser = denken
  • une avenue = een brede straat
  • célèbre = beroemd
  • le monde = de wereld
  • le bâtiment = het gebouw
  • le quartier = de wijk
  • moderne = modern
  • la colline = de heuvel
  • une église = een kerk
  • le peintre = de schilder
  • la caricature = de karikatuur, de spotprent
  • ça doit = dat moet
  • oublier = vergeten
  • dommage = jammer
  • ne t’en fais pas = maak je niet druk
  • un original = een origineel
  • mieux = beter