Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • approcher = naderen, dichterbij komen / naderen / dichterbij komen
  • annoncer = aankondigen
  • posséder = bezitten
  • avoir lieu = plaats vinden
  • célébrer = vieren
  • prévoir = voorzien, voorbereid zijn op / voorzien / voorbereid zijn op
  • proche de = dichtbij
  • se disputer = ruzie maken
  • la réponse = het antwoord
  • d'abord = eerst
  • cadet = jongste
  • se marier = trouwen
  • en outre = bovendien
  • le fiancé, la fiancée / le fiancé / la fiancée = de verloofde
  • prêt à = bereid om
  • s'entendre = met elkaar op kunnen schieten
  • deviner = raden
  • civil = burgerlijk
  • de la part de = namens
  • un ombre = een schaduw