Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • poursuivre = achtervolgen
  • énerver = irriteren
  • ravi = heel blij, verrukt / heel blij / verrukt
  • insister = aandringen
  • le divorce = de scheiding
  • supporter = verdragen
  • avoir l'impression = de indruk hebben
  • le souci = de zorg
  • occuper = bezighouden
  • le cadet = de jongere broer
  • la cadette = de jongere zus
  • filer = er vandoor gaan
  • entourer = omringen
  • rigolo = grappig
  • la fac = de universiteit
  • tenir un journal = een dagboek bijhouden
  • follement = waanzinnig
  • un, une intermédiaire / un intermédiaire / une intermédiaire = een tussenpersoon
  • se débrouiller = zich redden
  • embêtant = vervelend
  • grave = ernstig
  • la maternelle = de kleuterschool
  • avoir l'air = eruitzien
  • boire un coup = iets drinken
  • à tout à l'heure = tot zo meteen
  • déranger = storen
  • arriver = gebeuren
  • avoir le droit = het recht hebben
  • se disputer = ruziemaken
  • la récré = de pauze
  • avouer = bekennen