Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • la timidité = de verlegenheid
  • tomber amoureux = verliefd worden
  • raide = steil
  • d’ailleurs = trouwens
  • tenter = proberen
  • descendre = uitstappen
  • être assis = zitten
  • l’oreille = het oor
  • reconnaître = herkennen
  • la mémoire = het geheugen
  • être debout = staan
  • le polar = de detective / de detectiveroman
  • sourire = glimlachen
  • monter = instappen
  • les écouteurs = de koptelefoon / de oordopjes
  • se souvenir de = zich herinneren
  • tandis que = terwijl
  • soudain = plotseling
  • suffire = genoeg zijn
  • le regard = de blik
  • échanger = uitwisselen
  • se parler = met elkaar praten
  • se mettre à genoux = neerknielen
  • s’allonger = gaan liggen
  • se mettre debout = gaan staan
  • montrer du doigt = aanwijzen
  • s’appuyer = leunen
  • se retourner = zich omdraaien
  • s’asseoir = gaan zitten
  • se pencher = voorover buigen / buigen