Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • sonner = overgaan / klinken
  • la touche = de toets
  • le doigt = de vinger
  • remplir = invullen / vullen
  • le forfait = de bundel
  • combien = hoeveel
  • appuyer = drukken
  • rappeler = terugbellen
  • montrer = laten zien
  • servir à = dienen / gebruikt worden om
  • énerver = irriteren
  • déplacer = verplaatsen
  • l’effort = de poging
  • raccrocher = ophangen
  • l’écran = het scherm
  • le chargeur = de oplader
  • marche / arrêt = aan / uit
  • le mode silencieux = de stille modus
  • le bouton = de knop
  • le bouton accueil = de homeknop