Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • tous = alle
  • appartement = het appartement
  • salle de bain = de badkamer
  • en bas = beneden
  • payer = betalen
  • frère = de broer
  • dehors = buiten
  • voisins = de buren
  • centre = het centrum
  • partager = delen
  • dense = druk
  • il = hij
  • combien = hoeveel
  • haut = hoog
  • loyer = de huur
  • chambre = de kamer
  • bas = laag
  • léger = het licht
  • préféré = het liefst
  • faire = maken
  • par = per
  • échanger = ruilen
  • paisible = rustig
  • jardin = de tuin
  • étage = de verdieping
  • déménager = verhuizen
  • proche = vlakbij
  • car = want
  • quel genre de = wat voor
  • salle de séjour = de woonkamer
  • elle = zij
  • chercher = zoeken