Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • apparemment = blijkbaar
  • supposer = veronderstellen
  • le maillot de bain = de zwembroek
  • absolument = absoluut
  • s’occuper de = zorgen voor
  • porter plainte = een klacht indienen
  • pas mal de = heel wat
  • à côté de = naast
  • la connexion = de verbinding
  • arriver à = erin slagen om
  • au fond de = achterin / achteraan
  • l’emplacement (m) = de kampeerplaats
  • le bloc sanitaire = het toiletgebouw
  • le sable = het zand
  • il est interdit = het is verboden
  • satisfait = tevreden
  • tant mieux = gelukkig / des te beter
  • se libérer = vrijkomen
  • résoudre = oplossen / verhelpen
  • le séjour = het verblijf
  • rembourser = terugbetalen
  • près de = dicht bij
  • gratuit = gratis
  • ennuyeux = vervelend
  • compris = inbegrepen
  • la réduction = de korting
  • planter / démonter la tente = de tent opzetten / afbreken
  • la lampe de poche = de zaklamp
  • le feu de camp = het kampvuur
  • le fauteuil pliant = de klapstoel
  • l’ouvre-boîte (m) = de blikopener
  • dormir à la belle étoile = in de openlucht slapen
  • le matelas pneumatique = het luchtbed
  • le piquet = de haring
  • le campeur = de kampeerder
  • le sac de couchage = de slaapzak