Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • le joueur, la joueuse = de speler
  • raconter = vertellen
  • haut = hoog
  • faire partie de = deel uitmaken van
  • participer à = deelnemen aan
  • l’expérience (f) = de ervaring
  • inoubliable = onvergetelijk
  • espérer = hopen
  • je m’entraine (s’entrainer) = ik train (trainen)
  • les études (f pl) = de studie
  • l’avenir (m) = de toekomst
  • réussir = slagen
  • conseiller = aanraden
  • attraper = vangen
  • lancer = gooien
  • car = want
  • le point = het punt
  • c’est-à-dire = dat wil zeggen
  • l’adversaire (m) = de tegenstander
  • courir = rennen