Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • il y a = er is
  • la photo = de foto
  • mamie = oma
  • papi = opa
  • la chambre = de kamer
  • qu'est-ce que c'est = wat is dat
  • maman = mamma
  • un problème = een probleem
  • grand = groot
  • formidable = geweldig
  • petit = klein
  • elle habite = zij woont
  • ma grand-mère = mijn grootmoeder
  • une maison = een huis
  • le fils = de zoon
  • joli = leuk
  • mon père = mijn vader
  • près de = dichtbij
  • la fille = het meisje
  • le garçon = de jongen
  • voici = hier is
  • jouer = spelen
  • un banc = een bank
  • la cuisine = een keuken
  • la couleur = de kleur
  • blanc = wit
  • jaune = geel
  • bleu = blauw
  • rouge = rood
  • vert = groen
  • noir = zwart
  • brun = bruin
  • gris = grijs
  • elle s'appelle comment = hoe heet zij
  • je cherche = ik zoek
  • le disque = de cd
  • une souris = een muis
  • vingt = twintig
  • vingt et un = eenentwintig
  • vingt-deux = tweeëntwintig
  • trente = dertig
  • trente et un = eenendertig
  • quarante = veertig
  • cinquante = vijftig
  • soixante = zestig