Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • j'ai revu = ik heb teruggezien
  • revoir = terugzien
  • Ça s'est passé comment? = Hoe is het gegaan?
  • lu = gelezen
  • lire = lezen
  • sûrement = zeker / vast
  • bouger = bewegen
  • la grève = de staking
  • vous étudierez = jullie zullen bestuderen
  • un poème = een gedicht
  • gagner = winnen
  • ça m'est égal = dat maakt me niet uit
  • en ce moment = op dit moment
  • coller = plakken
  • dépendre = afhangen
  • pas du tout = helemaal niet
  • se retrouver = zich terugvinden
  • la taille = de lengte
  • deviner = raden
  • fêter = vieren
  • concerner = betreffen
  • quel sera… = wat zal… zijn
  • tu mettras = zul je aantrekken
  • multiple = velerlei
  • exister = bestaan
  • faire une drôle de tête = een gek gezicht trekken
  • les lunettes = de bril
  • étrangère = buitenlands
  • on verra bien = we zullen wel zien
  • annoncer = aankondigen