Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • travailler = werken
  • un cahier = een schrift
  • j’ai compris = ik heb begrepen
  • l’allemand = Duits
  • la récré / la récréation = de pauze
  • un cours / une leçon = een les
  • l’interro / l’interrogation = de overhoring
  • l’anglais = Engels
  • l’histoire = geschiedenis
  • important = belangrijk
  • arrête de = stop / stop met
  • Je m’excuse. / Pardon. / Excusez-moi. = Neem me niet kwalijk.
  • Attendez! = Wacht!
  • à droite = rechtsaf
  • C’est loin. = Het is ver.
  • Prenez! / Prends! = Neem
  • en retard = te laat
  • maintenant = nu
  • le matin = ‘s ochtends
  • tout le monde = iedereen
  • plus tard = later
  • seul / seule = alleen
  • quand = wanneer
  • demain = morgen
  • À quelle heure? = Hoe laat?
  • Pas de problème! = Geen probleem!
  • en maths = in wiskunde
  • les devoirs = het huiswerk
  • merci = dank je wel
  • Une bonne idée! = Een goed idee!
  • l’après-midi = ‘s middags
  • Pourquoi? = Waarom?
  • tout droit = rechtdoor
  • la gare = het station
  • à gauche = linksaf