Minerva

Woordenlijsten Minerva

Hier vind je de woordenlijsten van Minerva van Eisma. Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Latijn Nederlands
  • postquam = nadat
  • gero (gerĕre) = dragen / brengen / verrichten / uitvoeren
  • illud (illius) / illa / ille / istud (istius) / iste / ista = die / dat / hij / zij / het
  • super + acc. = (boven)op / over
  • monstro (monstrare) = tonen / (aan)wijzen
  • sterno (sternĕre) = neerwerpen / uitspreiden
  • iuvenis, iuvenis (m) = jongeman
  • lignum = (stuk) hout
  • praecipio (praecipĕre) = voorschrijven / bevelen
  • dies, diei (m / v) = dag
  • oculus = oog
  • procul (bijw.) = ver / op (een) afstand
  • ex(s)pecto (ex(s)pectare) = (af)wachten / verwachten
  • hic (bijw.) = hier
  • illuc (bijw.) = daarheen
  • propero (properare) = zich haasten
  • ipsum (ipsius) / ipsa / ipse = zelf / hijzelf
  • porto (portare) = dragen
  • manus = hand / groep
  • ignis = vuur
  • pergo (pergĕre) = (voort)gaan
  • ecce = kijk!
  • provideo (providēre) = (+ acc.) voorzien / (+ dat.) zorgen voor
  • fluctus = golf
  • currus = wagen
  • tumultus = rumoer / oproer
  • aditus = toegang
  • fructus = vrucht
  • domus = huis
  • facies / faciei = gedaante / uiterlijk / gezicht
  • fides = trouw / trouw
  • fidei = vertrouwen / vertrouwen
  • spes / spei = hoop / verwachting
  • spiritus, spiritus = adem
  • spiritus = geest
  • vultus = gezicht