NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Nederlands
Malmberg
Talent
1-vwogymnasium
1-vwo/gymnasium-H4
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren.
Print de lijst als
flashcards
.
Lijst exporteren als tekstbestand.
Nederlands
Nederlands
de barbaar
=
onbeschaafd en ruw mens
barbaars
=
wreed, slecht en gemeen
benard
=
1 moeilijk; 2 zo dat je het er benauwd van krijgt
bruut
=
1 gemeen; 2 wreed
het district
=
het deel van een land of regio dat een eigen bestuur heeft
het labyrint
=
de doolhof
manipuleren
=
iets of iemand stiekem proberen te beïnvloeden of te veranderen
de mythe
=
oud verhaal over het ontstaan van een volk en zijn goden
de mythologie
=
alle mythen van een volk
de obsessie
=
de abnormale belangstelling
de ontzetting
=
hevige schrik als er iets naars gebeurt
de pees
=
1 koord tussen de uiteinden van een boog; 2 taai uiteinde van een spier
de schacht
=
1 gat in de grond dat toegang geeft tot een mijn; 2 steel, bijvoorbeeld van een pijl of speer
de vertoning
=
1 gebeurtenis die een slechte of rare indruk maakt; 2 de opvoering, voorstelling
de bloedcirculatie
=
het rondstromen van het bloed in het lichaam
de bloeddruk
=
hoe hard het bloed tegen de wanden van je aders aandrukt
de cardioloog
=
arts in het ziekenhuis die hartspecialist is
de fysiologie
=
wetenschap die processen in mensen, dieren en planten bestudeert
de internist
=
arts die veel weet over ziekten aan de organen
de keuring
=
medisch onderzoek om iemands gezondheid te beoordelen
tegen het licht houden
=
onderzoeken en beoordelen
het obstakel
=
de hindernis, waardoor je belemmerd wordt
potentieel
=
mogelijk
de rapportage
=
het verslag, bijvoorbeeld van een test of keuring
de tak
=
onderdeel, afdeling
verbonden aan
=
1 werkzaam bij; 2 behorend bij