Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Nederlands Nederlands
  • zich bedienen van = gebruiken
  • benadrukken = de nadruk leggen op / beklemtonen
  • commotie = ophef / drukte / opschudding
  • efficiënt = met veel en snel resultaat / doelmatig
  • functionaris = iemand met een hoge functie binnen de overheid, in een politieke partij of in het bedrijfsleven
  • gaandeweg = langzamerhand
  • hedendaags = van deze tijd / huidig / modern
  • patroon = motief / huls / vaste manier van doen
  • symbool = teken / iets wat een algemeen bekende betekenis draagt
  • geen vuiltje aan de lucht = niets aan de hand
  • wellicht = misschien / mogelijk
  • confronteren met = in contact brengen met (iets dat onaangenaam is)
  • gedateerd = verouderd
  • klaar = helder, duidelijk / af, gereed
  • zich manifesteren = zichtbaar worden / zich openbaren
  • nadrukkelijk = met nadruk / expliciet
  • omslachtig = uitvoerig of uitgebreid terwijl dat niet hoeft
  • optimaal = het best mogelijk / het meest gunstig
  • talloos = ontelbaar / heel veel
  • verwant = lijkend op / overeenkomend met / verbonden door familiebanden