Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Nederlands Nederlands
  • zich afzonderen om te overleggen = In conclaaf gaan.
  • iemand overtreffen = Iemand de loef afsteken.
  • een geheim doorvertellen = Uit de school klappen.
  • een mislukte poging doen iemand te versieren = Een Blauwtje lopen.
  • er lekker van smullen = Zich iets goed laten smaken.
  • iets aantonen / iets bewijzen = Iets hard maken.
  • gevoelens proberen los te maken bij iemand = Op iemands gemoed werken.
  • iets helemaal zat zijn = Schoon genoeg van iets hebben.
  • thuiszitten en niets te doen hebben = Achter de geraniums zitten.
  • eisen dat iemand vertrekt = Iemands hoofd eisen.
  • In conclaaf ... = gaan
  • Iemand de loef ... = afstekken
  • Uit de school ... = klappen
  • Een blauwtje ... = lopen
  • Zich iets goed laten ... = smaken
  • Iets hard ... = maken
  • Op iemands gemoed ... = werken
  • Schoon genoeg van iets ... = hebben
  • Achter de geraniums ... = zitten
  • Iemands hoofd ... = eisen
  • determineren = Ergens de kenmerken van vaststellen.
  • coördineren = Bepaalde werkzaamheden regelen en leiden.
  • verzaken = Je plichten niet nakomen.
  • discrimineren = Een onderscheid maken.
  • confronteren = Iemand ergens mee in aanraking brengen.
  • negeren = Doen alsof iets / iemand er niet is.
  • evolueren = Het zich geleidelijk ontwikkelen.
  • memoreren = Ergens aan herinneren.
  • nomineren = Iemand op een verkiezingslijst plaatsen.
  • debuteren = Voor het eerst optreden of publiceren.
  • punctueel = precies
  • hype = rage
  • frequent = regelmatig
  • diagnose = vaststelling van ziekteverschijnselen e.d.
  • onfeilbaar zijn = geen vergissingen maken
  • fnuikend = noodlottig
  • lokaliseren = plaats vaststellen
  • rehabiliteren = zijn eer en goede naam in ere stellen
  • locoburgemeester = plaatsvervangende burgemeester
  • expert = deskundige