Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Nederlands Nederlands
  • Ergens een slag naar slaan. = Een ruwe schatting maken.
  • Dat is het neusje van de zalm = Dat is het allerbeste.
  • De proef op de som nemen. = In de praktijk controleren of iets klopt.
  • Een aal bij de staart hebben. = Zich met iets / iemand bezighouden waarop / op wie je geen vat hebt.
  • Goed in de slappe was zitten. = Over veel rijkdom beschikken.
  • Iets aan zijn laars lappen. = Zich er niets van aantrekken.
  • Iemands geduld op de proef stellen. = Iemand erg lang laten wachten.
  • Aan iemands lippen hangen. = Vol aandacht naar iemand luisteren.
  • De gelegenheid te baat nemen. = Ergens voordeel uithalen.
  • Een vinger in de pap hebben. = Iets te vertellen / invloed hebben.
  • De kwestie veroorzaakte veel COMMOTIE. = opschudding
  • Een PSEUDONIEM gebruiken. = schuilnaam
  • Een REFERENDUM houden. = volksraadpleging
  • Die PLAQUETTE is echt mooi. = gedenkplaat
  • De minister verloor zijn PRESTIGE. = aanzien
  • Wij maken voor u een CALCULATIE. = berekening
  • Stel je geen enkele CONDITIE? = voorwaarde
  • Dat RELAAS boeit mij niet. = verslag
  • In welke EDITIE staat dat? = uitgave
  • Kom ik voor REDUCTIE in aanmerking? = korting
  • Je kunt het RATIONEEL benaderen. = met je verstand
  • Zij willen PERTINENT mee. = beslist
  • Ergens BEDUCHT voor zijn. = bang
  • Men vindt hem PEDANT. = verwaand
  • Dat ziet er COMPLEX uit. = ingewikkeld
  • Doe niet zo HYPOCRIET. = schijnheilig
  • Wat zijn uw ADDITIONELE inkomsten? = bijkomende
  • Ik ga SPORADISCH wandelen. = af en toe
  • Zij is niet CAPABEL voor die functie. = geschikt
  • Die man in nogal CORPULENT. = dik