Eisma Station

Woordenlijsten Station

Hier vind je de woordenlijsten van Station van Eisma. Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Nederlands Nederlands
  • aanraden = adviseren
  • Ik raad je aan op tijd te gaan leren.

  • de aanschaf = aankoop
  • Ik ben blij met de aanschaf van mijn nieuwe jas.

  • anoniem = zonder naam
  • De docent ontving vier anonieme toetsbladen.

  • het appartement = flatwoning
  • Mijn zus woont in een appartement in Deventer.

  • het asiel = opvanghuis
  • Iedere zomer worden veel huisdieren naar het asiel gebracht.

  • beknopt = kort
  • In een samenvatting schrijf je beknopt waar het boek over ging.

  • bemoedigen = troosten, moed geven
  • Na wat bemoedigende woorden van zijn klasgenoten, sprong Casper opnieuw over de bok.

  • benadrukken = extra aandacht geven
  • De leraren benadrukten dat je je mobiel uit moest zetten.

  • de blog = soort dagboek op een website
  • Op Mascha's blog leer je alles over make-up.

  • chaotisch = heel rommelig
  • Mijn moeder vindt dat ik een chaotische kamer heb.

  • het chloor = schoonmaakmiddel
  • Mijn moeder maakt de wc schoon met chloor.

  • het cliché = veelgebruikte uitspraak
  • Het is een saai verhaal vol clichés.

  • compleet = helemaal
  • Heb jij de complete serie van De Kameleon?

  • de conclusie = besluit
  • We kwamen tot de conclusie dat Griekenland de ideale vakantiebestemming was.

  • het conflict = ruzie
  • Wij hebben altijd conflicten over wie de elektrische fiets mag gebruiken.

  • controleren = nagaan of het klopt
  • Deze docent controleert eerst of iedereen zijn naam heeft ingevuld.

  • de cultuur = gewoontes en gebruiken
  • Koningsdag vieren met een vrijmarkt hoort bij onze cultuur.

  • het detail = kleinigheid
  • Details blijken later vaak heel belangrijk.

  • de dierenrechtenorganisatie = groep mensen die vindt dat dieren beter beschermd moeten worden en min of meer gelijkwaardig zijn aan mensen
  • De partij voor de Dieren is een belangrijke dierenrechtenorganisatie.

  • de donatie = wat je krijgt, de gift
  • De Kankerbestrijding krijgt jaarlijks veel donaties.

  • de do's en don'ts = wat wel en niet mag
  • In de folder stonden de do en don'ts van het schoolfeest.

  • het duel = gevecht tussen twee partijen
  • De ridders vochten een duel uit.

  • de EHBO = eerste hulp bij ongelukken
  • De conciërge heeft een EHBO-diploma.

  • de expert = deskundige
  • Zij is een expert op het gebied van tuinieren.

  • frustrerend = hinderlijk, vervelend
  • Vooral mijn vader vond de lange file voor de Efteling frustrerend.

  • de gastles = les krijgen van iemand anders dan de docent
  • Ranomi Kromowidjojo gaf ons vorige week een gastles.

  • gelden = van toepassing zijn
  • Hier gelden andere regels.

  • geruststellen = zorgen dat iemand niet meer bezorgd is
  • De leraar stelde de klas gerust door ze een extra herkansing te geven.

  • geschikt = bruikbaar, handig, goed
  • Welke slaapzak is geschikt om buiten in te slapen?

  • de gevechtspauze = korte stop in een oorlog
  • Een beroemde gevechtspauze tijdens de Eerste Wereldoorlog duurde twee dagen.

  • hip = modern
  • Sharon ziet er hip uit.

  • de hitte = heel warm
  • Door de hitte van het kampvuur vergat iedereen dat het eigenlijk vroor.

  • de hygiëne = zorgen dat jij en je omgeving schoon zijn
  • Een goede hygiëne is belangrijk.

  • illegaal = wat niet mag volgens de wet
  • Roken binnen de school is illegaal.

  • in no time = heel snel
  • Het filmpje werd in no time een grote hit op YouTube.

  • informatief = leerzaam, wat veel informatie geeft
  • Deze folder is informatief.

  • inloggen = aanmelden
  • Je logt in met je gebruikersnaam en wachtwoord.

  • de jongerenkrant = krant speciaal gemaakt voor jonge mensen
  • In Nederland is maar één jongerenkrant.

  • de kitten = jonge poes of kat
  • Onze poes heeft vier kittens gekregen.

  • kosten = hier: duren
  • Dit kost ongeveer tien minuten.

  • het laboratorium = plek waar onderzoek wordt gedaan
  • Mijn vader werkt in het laboratorium van Lays.

  • de leverancier = bezorger aan bedrijven
  • De schoolkantine heeft een nieuwe, goedkopere leverancier.

  • lijken = schijnen, niet echt
  • Hij lijkt op Robin van Persie.

  • de local = plaatselijke bewoner
  • In het buitenland kun je het best gaan eten in een restaurant waar veel locals komen.

  • de locatie = plaats
  • Flikken Maastricht wordt op locatie opgenomen.

  • de lunch = middageten
  • Ik neem mijn lunch mee in een plastic zakje.

  • manoeuvreren = handig bewegen
  • Mijn broer manoeuvreerde het schip naar de haven.

  • de markeerstift = stift in felle kleur, fluorescerende stift
  • Ik gebruik altijd een gele markeerstift.

  • markeren = laten opvallen
  • Ik markeer de belangrijkste stukjes tekst.

  • met stip = zonder twijfel, met een voorsprong
  • De halve finale tussen Nederland en Argentinië is met stip het best bekeken televisieprogramma ooit.

  • namens = in plaats van iemand anders
  • Deze brief schrijf ik ook namens mijn klasgenoten.

  • het obstakel = probleem, hindernis
  • Na de overwinning op Spanje waren er geen obstakels meer voor het Nederlands elftal.

  • ommuurd = met een muur er omheen
  • We zaten op de ommuurde binnenplaats.

  • onder druk zetten = tegen je wil overhalen
  • Mijn moeder zet me soms onder druk om mijn kamer op te ruimen.

  • onderbouwen = bewijzen
  • Hij kon zijn beschuldiging met foto's onderbouwen.

  • de onderwerpbalk = deel van een e-mail
  • In de onderwerpbalk stond iets heel anders dan in het bericht.

  • onterecht = niet terecht, niet eerlijk
  • Karin kreeg onterecht straf van de wiskundeleraar.

  • onverwachts = plotseling
  • Hij kwam onverwachts langs.

  • op naam schrijven = winnen
  • Abera Kuma schreef de Marathon van Rotterdam op zijn naam.

  • opvallend = anders dan gewoon, meteen aandacht trekkend
  • Met haar rode haar is Lotte Verbeek een opvallende actrice in Hollywood.

  • de opwelling = bevlieging, iets doen zonder na te denken
  • In een opwelling boekte mijn moeder een weekendje aan zee.

  • ordenen = sorteren, een volgorde aanbrengen
  • Zijn dvd's staan geordend op alfabet in de kast.

  • overbodig = onnodig
  • Een app sturen om leerlingen te herinneren aan het huiswerk is echt overbodig.

  • overdrijven = doen alsof iets mooier of erger is dan het is
  • Mick overdrijft altijd.

  • overtuigd = zeker weten, vol vertrouwen
  • Mascha was ervan overtuigd dat ze een voldoende had voor haar werkstuk.

  • overzichtelijk = duidelijk, schematisch
  • De lerares Duits gaf een overzichtelijk schema van de naamvallen.

  • de periode = bepaalde tijd
  • In de komende periode oefenen we vooral de opgooi.

  • de playbackrel = opschudding omdat een zanger niet echt zingt, maar doet alsof
  • De zangers van Milli Vanilli moesten hun Grammy Award inleveren na een playbackrel.

  • de prioriteit = belangrijkste
  • Goede cijfers halen heeft altijd mijn prioriteit.

  • het profijt = voordeel, nut
  • Als je de Engelse onregelmatige werkwoorden nu goed leert, heb je daar de rest van je leven profijt van.

  • publiceren = drukken en verkopen
  • Veel beroemde schrijvers publiceerden hun eerste werk in de schoolkrant.

  • de puppy = jonge hond
  • We kregen Max al toen hij nog een puppy was.

  • razend = hier: heel erg
  • De ijscokraam op het schoolplein is in de zomer razend populair.

  • recent = pas gebeurd
  • Dit artikel is recenter dan dat.

  • het recept = beschrijving hoe je eten klaar moet maken
  • In het recept stond: 120 gram suiker.

  • het record = de beste, de grootste, de hoogste
  • Om het record radiomaken te verbreken, heeft Giel Beelen 198 uur gepresenteerd.

  • de regisseur- leider bij een film of toneelstuk = Kenneth Branagh is de regisseur van Cinderella.
  • het reservaat = beschermd gebied
  • Veel wilde dieren leven in een reservaat.

  • de schets = tekening
  • Mira's schets van het strand is goed gelukt.

  • de scouting = organisatie die activiteiten organiseert voor jongeren
  • Sander zit al vier jaar bij de scouting.

  • de set = hier: deel van een tenniswedstrijd
  • Er waren vijf sets nodig om te winnen.

  • sinds = vanaf
  • Dit bedrijf bestaat sinds 1987.

  • ter plaatse komen = op de juiste plek aankomen
  • Toen de journalist ter plaatse kwam, was de brand net geblust.

  • terugtrekken = weggaan
  • Het leger trok zich terug uit Afghanistan.

  • tevens = ook
  • De school wordt tevens gebruikt als scoutinggebouw.

  • het thema = belangrijk onderwerp
  • Moderne problemen van jongeren zijn een thema in alle jeugdboeken van Carry Slee.

  • de toerist = bezoeker van een plaats
  • In Amsterdam komen de meeste toeristen.

  • de toestemming = goedkeuring
  • Ik heb toestemming van de school om twee dagen eerder op vakantie te gaan.

  • de traumahelikopter = helikopter met een dokter erin
  • Bij een ernstig ongeluk wordt vaak een traumahelikopter ingezet.

  • de trend = mode
  • Rokken met grote bloemen zijn een trend deze zomer.

  • uitlekken = een geheim vertellen
  • Het verhaal over de diefstal lekte toch uit.

  • de update = bijwerking op de computer
  • Candy Crush vraagt regelmatig om een update.

  • verklaren = officieel vertellen
  • De minister verklaarde dat het probleem was opgelost.

  • verschijnen = hier: gedrukt en uitgegeven worden
  • Er gaan geruchten dat binnenkort een achtste boek van Harry Potter verschijnt.

  • verspreiden = verdelen
  • De folders werden alleen verspreid in het centrum.

  • het walhalla = hemel
  • Hij dacht echt even dat hij in het walhalla was aangekomen, zoveel snoep verkopen ze daar.

  • wezenloos = hier: heel erg
  • Patrick schrok zich wezenloos toen 's nachts per ongeluk de wekker ging.

  • zorgvuldig = precies, nauwkeurig
  • Als je zorgvuldig werkt, maak je minder fouten.