Eisma Station

Woordenlijsten Station

Hier vind je de woordenlijsten van Station van Eisma. Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Nederlands Nederlands
  • aansluiten op = verbonden zijn met
  • De schrijver zorgde ervoor dat zijn teksten altijd aansloten op zijn doelgroep.

  • aldus = op die manier
  • Mijn moeder voorspelde dat ik op het nippertje zou overgaan en aldus gebeurde het.

  • beheren = zorg dragen voor
  • Het geld dat ik heb gewonnen, wordt tot mijn achttiende jaar beheerd door mijn ouders.

  • bevorderlijk = gunstig
  • Voor een goed resultaat is het bevorderlijk dat iedereen zich inzet.

  • bezaaien = bestrooien
  • Na het noodweer lag het gazon bezaaid met hagelstenen.

  • chronisch = langdurig
  • Veel bijstandsgezinnen hebben chronisch geldgebrek.

  • cursief = scheef gedrukt
  • Cursieve tekst valt vaak op, maar is slecht leesbaar voor dyslectici.

  • doorvoeren = ten uitvoer brengen
  • De nieuwe afdelingsleider voerde allerlei maatregelen door na zijn aanstelling.

  • het draagvlak = de steun
  • Bij het personeel was het draagvlak voor de maatregelen niet bijzonder groot.

  • de drone = het onbemande vliegtuigje
  • Tegenwoordig kun je een pakketje laten bezorgen door een drone.

  • het element = het onderdeel
  • Een van de elementen van haar succes was haar doorzettingsvermogen.

  • gedragen = omhoog gehouden
  • De dakconstructie werd gedragen door stevige balken.

  • het gen = het celdeeltje met erfelijke eigenschappen
  • Een gen is de drager van erfelijke eigenschappen van een plant, dier of mens.

  • hardnekkig = koppig
  • Voetschimmel kan hardnekkig zijn, want als je het niet goed behandelt, komt het steeds terug.

  • het voor de kiezen krijgen = met iets moeilijks, vervelends of ernstigs te maken krijgen
  • De leerling kreeg het na de dood van zijn lievelingsopa flink voor de kiezen.

  • de hint = de aanwijzing
  • Als je het antwoord niet weet, zal ik je een hint geven.

  • hoofdelijk = per persoon
  • Bij een hoofdelijke stemming geeft iedere aanwezige hardop aan of hij voor of tegen is.

  • ideëel = zonder commercieel doel
  • Een ideële reclame is niet gericht op het verkopen van een product.

  • iets op het oog hebben = iets graag willen hebben
  • Na maanden de mooie schoenen op het oog te hebben gehad, kon Amber ze eindelijk kopen.

  • de instelling = openbare inrichting, stichting
  • De verwarde man bij ons in de straat is afgelopen week gelukkig in een instelling opgenomen.

  • het kenmerk = de eigenschap van iets
  • Aan deze drie kenmerken kun je dat automerk herkennen.

  • de knulligheid = de onnozelheid, de onhandigheid
  • Door zijn knulligheid moet al het werk worden overgedaan.

  • laven aan = zich tegoed doen aan
  • Na de wandeltocht laafde het gezelschap zich aan een verkoelend drankje.

  • het lint = het smalle bandje van zijde of fluweel
  • Lint wordt vaak gebruikt om je haren mee vast te binden.

  • de locatie = de plaats
  • Op die locatie komt straks een nieuwe bibliotheek.

  • manipuleren = beïnvloeden
  • Ik vind dat meisje niet aardig, want zij manipuleert je.

  • de middelen = het geld
  • De voetbalclub had eindelijk de middelen om een kunstgrasveld aan te schaffen.

  • de missie = de opdracht
  • Veel bedrijven hebben tegenwoordig een missie: een document waarin wordt beschreven wat ze willen bereiken met het bedrijf en de producten.

  • objectief = zonder mening
  • Een rechter moet objectief beoordelen in strafzaken.

  • onafhankelijk = zelfstandig
  • Ieder meisje moet onafhankelijk kunnen zijn en haar eigen geld verdienen.

  • onderbouwen = beargumenteren
  • Als je meedoet aan een discussie is het belangrijk dat je je mening goed onderbouwt.

  • de parasiet = dier of plant dat op of in een ander organisme leeft
  • Katten en honden kunnen last hebben van parasieten.

  • het patroon = de manier waarop iemand iets doet
  • Onze buurman heeft iedere dag volgens een vast patroon ingedeeld.

  • relatief = betrekkelijk
  • Vliegen is relatief veilig vergeleken met autorijden.

  • rijzen = omhooggaan
  • Iedere bakker weet dat brooddeeg eerst moet rijzen, voordat je het kunt bakken.

  • schijnbaar = zoals het lijkt, niet in werkelijkheid
  • Hij is schijnbaar helemaal niet zenuwachtig voor die toets of hij doet maar alsof.

  • significant = veelbetekenend, belangrijk
  • Er is een significant verschil geconstateerd tussen de resultaten van de ene en de andere klas.

  • de spray = de fijn verstoven vloeistof
  • Nadat de kapper mijn haren had geföhnd, spoot hij wat haarspray over het kapsel, zodat het goed bleef zitten.

  • subjectief = partijdig, met mening
  • Dit artikel is subjectief, want de schrijver geeft zijn mening over het onderwerp.

  • ten bate van = ten voordeel van
  • De opbrengsten van de deur-aan-deurcollecte zijn ten bate van Amnesty International.

  • de therapie = de geneeswijze
  • Na het auto-ongeluk had mijn nicht maandenlang therapie nodig.

  • het vaccin = de entstof
  • Het jongetje huilde toen de dokter hem het vaccin toediende.

  • vaccineren = inenten
  • Alle baby's worden in hun eerste levensjaar tegen een aantal ziektes gevaccineerd.

  • van jewelste = zeer groot
  • Het gaf een dreun van jewelste toen de oude fabrieksschoorsteen instortte.

  • verwaarlozen = geen aandacht besteden aan
  • In de schuur vond de politie tientallen verwaarloosde paarden.

  • verwoorden = onder woorden brengen
  • De stagiair vond het moeilijk zijn ontwikkelpunten onder woorden te brengen.

  • voornamelijk = hoofdzakelijk, vooral
  • Guacamole is een Mexicaanse dipsaus die voornamelijk uit avocado bestaat.

  • de voorwaarde = de beperking vooraf
  • Een voorwaarde voor je brommerrijbewijs is dat je je theorie-examen hebt gehaald.