Eisma Station

Woordenlijsten Station

Hier vind je de woordenlijsten van Station van Eisma. Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Nederlands Nederlands
  • de accommodatie = (vakantie)huis
  • Er zijn accommodaties voor twee, vier en zes personen te huur.

  • actueel = recent, van nu
  • Gameverslaving is een actueel onderwerp om een artikel over te schrijven.

  • het afschrift = kopie
  • Heb je een afschrift van die brief?

  • het aspect = kant van een zaak
  • Een beslissing nemen is soms moeilijk, omdat er zoveel aspecten aan een besluit zitten.

  • het basispakket = het meest noodzakelijke bij elkaar, standaardpakket
  • In het basispakket zitten de Nederlandse zenders: NPO 1, 2, 3, RTL 4, 5, 6, 7, 8 Net 5, SBS 6, 9 en Veronica.

  • het beltegoed = geld waarmee je kunt bellen
  • Franks beltegoed is bijna op.

  • de benefietavond = activiteitenavond voor een goed doel
  • Op de benefietavond treedt Gers Pardoel op.

  • bijdetijds = van nu, modern
  • De serie speelt in de middeleeuwen, maar gaat over allerlei bijdetijdse onderwerpen.

  • de bioloog = iemand die biologie gestudeerd heeft
  • Freek Vonk is de bekendste bioloog.

  • bizar = gek, raar
  • Na een achterstand van 3-0, hebben we toch nog gewonnen. Dat is te bizar voor woorden.

  • blesseren = gewond raken
  • Toine voetbalde niet mee, want hij was geblesseerd aan zijn enkel.

  • de bluetoothspeaker = geluidsbox die aangesloten kan worden op een telefoon of ander apparaat met bluetooth
  • Ik heb vier maanden garantie op mijn bluetoothspeaker.

  • het brein = hersenen, verstand
  • Tijdens je puberteit is je brein volop in ontwikkeling.

  • het brein = degene die het bedacht heeft
  • Hij is het brein achter de geslaagde 1-aprilgrap.

  • het burgerservicenummer (BSN) = uniek persoonlijk nummer
  • Je moet je burgerservicenummer invullen als je een paspoort aanvraagt.

  • het certificaat = soort diploma, bewijs
  • Ik heb een certificaat van deelname gekregen na de EHBO-cursus.

  • de compensatie = schadeloosstellen, iets goed maken door iets te geven
  • Na de twee dagen extra overuren kregen we ter compensatie allemaal een tegoedbon.

  • compleet = met alles erbij, volledig
  • Ik heb bijna alle opdrachten gemaakt, dus mijn fictiedossier is nu bijna compleet.

  • complex = moeilijk, ingewikkeld
  • De opdrachten met een sterretje zijn complex en zijn bedoeld voor leerlingen die een hoger niveau aankunnen.

  • concreet = duidelijk, tastbaar
  • Er is een concreet plan om de lestijden volgend jaar te veranderen.

  • de consument = iemand die iets koopt of gebruikt
  • Iedereen die iets koopt in een winkel of via een website is consument.

  • de coördinator = iemand die zorgt dat alles goed verloopt
  • Willeke is de coördinator van het feest.

  • derhalve = daarom
  • Het is veel te druk, derhalve kan ik u nu niet helpen.

  • des te = zoveel te
  • De gevolgen zijn voor ouderen des te erger.

  • desastreus = heel erg
  • De vulkaanuitbarsting had desastreuze gevolgen voor de bevolking.

  • de doctorandus = iemand die op de universiteit het doctoraalexamen heeft behaald
  • Mijn zus is doctorandus in de geneeskunde.

  • Down Under = Australië
  • Mijn broer is op vakantie Down Under.

  • eisen = beslist willen, per se willen
  • De docent eist stilte tijdens zijn uitleg.

  • de elegantie = sierlijkheid
  • Zij heeft zo'n mooie jurk; de elegantie straalt ervan af.

  • en dergelijke = meer van die dingen
  • We moesten in ons nieuwe huis schuren, verven, schoonmaken en dergelijke.

  • enthousiasmeren = enthousiast maken, zorgen dat mensen iets graag willen
  • In tv-studio's staan mensen het publiek te enthousiasmeren.

  • het exemplaar = een ding waar er meer van zijn
  • Er zijn vierhonderd exemplaren gedrukt.

  • extreem = heel erg
  • Mijn nieuwe uitlaat zorgt voor extreem veel herrie.

  • de flexibiliteit = lenigheid, soepelheid, meegaand, je snel aan kunnen passen
  • In moderne vacatures wordt vaak om flexibiliteit gevraagd.

  • de gedupeerde = slachtoffer, iemand die er nadeel van heeft
  • Alle gedupeerden van de waterleidingbreuk kregen een schadevergoeding.

  • het goed = voorwerp, bezit, ding
  • Gestolen goed gedijt niet betekent dat een dief weinig plezier beleeft aan wat hij gestolen heeft.

  • gronden (om iets te doen) = redenen
  • Er zijn veel gronden om te kiezen voor een vervolgstudie richting de techniek.

  • harmonisch = vreedzaam, zonder problemen
  • Mijn opa en oma hebben een harmonisch huwelijk, want ze hebben nooit ruzie.

  • hilarisch = heel erg grappig
  • Dat is echt een hilarische film met heel veel grappen.

  • de inbox = plek waar je e-mail binnenkomt
  • Mijn inbox zit vol reclamemailtjes.

  • introvert = in jezelf gekeerd, gevoelens voor jezelf houden
  • Johan is een introverte jongen.

  • inzamelen = sparen, verzamelen
  • We zamelen lege flessen in voor Serious Request.

  • IS = afkorting van Islamitische Staat
  • Ken jij iemand die voor IS is gaan vechten?

  • de kernwaarde = wat iemand het belangrijkst vindt
  • Mijn kernwaarden zijn geduld en doorzettingsvermogen.

  • kleinschalig = klein van opzet, met weinig mensen
  • Ze hielden hun bruiloft heel kleinschalig.

  • kritisch = iets van alle kanten bekijken
  • Ze dachten kritisch na voor ze besloten te verhuizen.

  • kwetsend = beledigend, pijn doend
  • Dat waren een paar kwetsende opmerkingen.

  • de leesloep = vergrootglas om gemakkelijker te lezen
  • Mijn vader heeft zulke slechte ogen dat hij een leesloep gebruikt om de krant te lezen.

  • logisch = vanzelfsprekend, met goede argumenten
  • Dat je overgaat als je goede cijfers haalt, is een logisch gevolg.

  • meermaals = vaker
  • Harold heeft al meermaals zijn huiswerk niet gemaakt.

  • met spoed = snel, met haast
  • Hij verstuurde het pakketje met spoed.

  • mits = als, op voorwaarde dat
  • We kijken straks een film, mits we nu hard werken.

  • mixen = mengen, door elkaar doen
  • Mix alle ingrediënten tot een luchtig deeg ontstaat.

  • mobiliseren = mensen in actie laten komen
  • Toen het zo hard stormde, werd het leger gemobiliseerd om te komen helpen.

  • het object = ding, voorwerp
  • Alle objecten die de leraar nodig had, lagen door elkaar.

  • officieel = formeel, zakelijk
  • Mijn ouders zijn al lang bij elkaar, maar pas kort officieel getrouwd.

  • de online community = gemeenschap op internet
  • Sinds mijn broer dat spel speelt, besteedt hij veel tijd in de online community die erbij hoort.

  • oorspronkelijk = uniek, zelf bedacht en gemaakt
  • Dit is oorspronkelijk werk van die kunstenaar, hij heeft iets wat niemand anders heeft.

  • de openbare ruimte = plek waar iedereen mag komen
  • De bibliotheek is een voorbeeld van een openbare ruimte.

  • het opinieweekblad = tijdschrift dat helpt om een mening te vormen
  • Elsevier en Vrij Nederland zijn de bekendste opinieweekbladen.

  • het pleeggezin = gezin dat een kind opneemt
  • Ik ben opgegroeid in een pleeggezin.

  • privé = van jezelf
  • Deze foto's houd ik privé en laat ik aan niemand anders zien.

  • raspen = klein maken
  • Mijn vader raspt de wortels voor de salade.

  • rechtsgeldig = geldig voor de wet
  • Ondertekende brieven en e-mails zijn rechtsgeldig.

  • het resort = (luxe) vakantieverblijf
  • In ons resort waren een zwembad, een winkelcentrumpje en wel vier restaurants.

  • de rollator = loopsteun met wieltjes
  • Mijn oma heeft een rollator zodat ze toch zelf boodschappen kan doen.

  • de schadevergoeding = geld dat iemand krijgt na een probleem
  • We kregen vierhonderd euro schadevergoeding na onze klacht over de slechte reparatie.

  • het steekwoord = belangrijk woord, kernwoord
  • In je schrijfplan neem je alleen steekwoorden op.

  • de sweater = trui
  • Hij draagt een rode sweater.

  • tapdansen = dansen met speciale schoenen, zodat de voetbewegingen goed hoorbaar zijn
  • Maaike zit op tapdansen.

  • (iemand) tegemoetkomen = bijdragen, helpen
  • Hij kwam me tegemoet door de zware kast te brengen.

  • de terreurgroep = groep mensen die geweld gebruiken
  • In Irak zijn verschillende terreurgroepen actief.

  • terugkaatsen = weerspiegelen, terugkomen
  • Het licht kaatste terug via de spiegel.

  • de thuiszorgwinkel = winkel waar je hulpmiddelen die met ziekte of een beperking te maken hebben kunt huren of kopen
  • Sasha loopt stage in een thuiszorgwinkel.

  • tot op de grond toe afbranden = afkraken, niets goeds over zeggen
  • Mijn verslag werd tot de grond toe afgebrand door mijn begeleider.

  • toeren = rondreizen
  • Di-rect toert door Nederland en speelt in bijna alle grote steden.

  • variëren = afwisselen, veranderen
  • De prijzen van die broeken variëren van twaalf euro tot bijna twintig euro.

  • verleiden = overhalen, versieren
  • Deze aanbieding verleidt me om er twee extra te kopen.

  • verlopen = voorbijgaan, ongeldig worden
  • Mijn paspoort is verlopen en ik moet snel een nieuwe aanvragen.

  • via = langs, over
  • Ik ga met de trein via Utrecht naar Hoorn.

  • het vochtgebrek = het tekort aan water / vocht
  • Carola bleek duizelig te zijn door vochtgebrek.

  • de waardering = belangrijk zijn, waardevol zijn
  • Een keeper krijgt veel waardering van zijn teamgenoten als hij een doelpunt tegenhoudt.

  • waterbestendig = niet kapot gaan van water
  • Deze jas kan prima tegen een buitje, want hij is waterbestendig.

  • de workshop = les met veel activiteiten
  • In de projectweek geven docenten workshops koken, salsa en schilderen.

  • de zonne-energie = energie krijgen door de warmte van de zon
  • Wij hebben zonne-energie, omdat we zonnepanelen op het dak hebben.

  • de zorgverzekering = verzekering tegen de kosten van ziekte en zorg
  • Volgens mijn ouders is de zorgverzekering erg duur.