Eisma Station

Woordenlijsten Station

Hier vind je de woordenlijsten van Station van Eisma. Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Nederlands Nederlands
  • de adrenaline = hormoon dat vrijkomt bij angstige situaties
  • Door het ongeluk kwam er bij de inzittenden veel adrenaline vrij.

  • apathisch = futloos, gevoelloos
  • Na het verlies staarde Carola apathisch voor zich uit.

  • banjeren = zenuwachtig heen en weer lopen, ijsberen
  • Toen mijn zus op de uitslag wachtte, banjerde ze de hele dag door de tuin.

  • de bonsaiboom = kunstig gesnoeide, Japanse boom
  • Mijn oma heeft een bonsaiboompje op de vensterbank.

  • de buffetkast = kast voor serviesgoed
  • Onze buffetkast staat in de woonkamer.

  • de diagnose = vaststellen van een ziekte
  • De dokter stelde na uitgebreid onderzoek de diagnose.

  • duiden op = betekenen, aangeven
  • Bij wiskunde duidt x op een onbekend getal.

  • grissen = snel pakken
  • Adam griste de iPad van tafel voor de neus van Mick weg.

  • de hint = tip
  • Kun je een hint geven waar het cadeau verstopt is?

  • de hobbit = soort kabouter
  • Tolkien verzon een prachtige wereld die bevolkt werd door hobbits.

  • de hunkering = verlangen
  • Hij hunkerde naar vet en suiker toen hij op dieet was.

  • in eerste instantie = in het begin, aanvankelijk
  • Ik vond het boek in eerste instantie vooral grappig, later werd het minder leuk.

  • de intercom = soort telefoon voor in huis
  • Als je in een flat woont, moet je via de intercom eerst vragen wie er is voor je de deur opendoet.

  • de keuterij = klein boerenbedrijf
  • In dat afgelegen dorp staan vooral wat keuterijen.

  • luguber = griezelig, eng
  • Mijn moeder deed een lugubere vondst: een halfvergaan vogellijkje lag achter in de tuin.

  • mythisch = fabelachtig, sprookjesachtig
  • Een elf, draak of tovenaar is een mythisch wezen.

  • het plagiaat = zonder toestemming andermans teksten gebruiken
  • Plagiaat plegen is fraude en dus strafbaar.

  • psychobiologisch = wat te maken heeft met psychologie en biologie
  • In verzorgingstehuizen wordt veel psychobiologisch onderzoek gedaan.

  • de speleoloog = iemand die grotten bestudeert
  • Speleoloog lijkt me best een eng beroep, want je loopt dan vaak in donkere grotten.

  • verankerd = stevig vastgemaakt
  • Mijn moeder had de plank aan de muur verankerd.

  • verzadigd = volgegeten
  • Ik ben verzadigd en verkwikt en zichtbaar aangedikt.

  • de voltreffer = rake klap
  • Dat was een voltreffer.