Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Pools Nederlands
  • poprosić o = aanvragen
  • wizyta = de afspraak
  • apteka = de apotheek
  • asystentka = de assistente
  • trwać = duren
  • lekarz rodzinny = de huisarts
  • pomoc doraźna = de huisartsenpost
  • wizyta domowa = het huisbezoek
  • gorączka = de koorts
  • przychodnia = de praktijk
  • kłótnia = de ruzie
  • specjalista = de specialist
  • pośpiech = de spoed
  • nagły przypadek = het spoedgeval
  • dyżur = het spreekuur
  • stres = de stress
  • nacisnąć = toetsen
  • pomiędzy = tussen
  • przeziębiony = verkouden
  • pytanie = de vraag
  • weekend = het weekend
  • powiedzieć komuś = zeggen tegen
  • zdanie = de zin