familie

Familieleden leren in het Portugees



Wil je de familie leren in het Portugees?
Leer dan deze lijst met Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Portugees Nederlands
  • a mãe = de moeder
  • o pai = de vader
  • o meu filho = mijn zoon
  • a minha filha = mijn dochter
  • um irmão = een broer
  • uma irmã = een zus
  • um amigo = een vriend
  • uma amiga = een vriendin
  • o meu marido = mijn man
  • a minha mulher = mijn vrouw
  • família = familie
  • membro da família = familielid
  • a tia = de tante
  • o tio = de oom
  • o sobrinho = de neef
  • a sobrinha = de nicht
  • a minha avó = mijn oma
  • o meu vovó = mijn opa
  • avós = grootouders
  • pais = ouders