Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Spaans Nederlands
  • ¡Qué tenga unas felices vacaciones! = Fijne vakantie!
  • ¡Salga temprano! = Vertrekt u op tijd!
  • ¿Qué le parece? = Wat vindt u er van?
  • ¿Qué te parece? = Wat vind je er van?
  • A su propio ritmo = In uw eigen tempo
  • América central = Midden-amerika
  • Bruselas = Brussel
  • Cosas valiosas = Waardevolle spullen
  • El agua del grifo = Het kraanwater
  • El bastón = De wandelstok
  • El catálogo de viajes = De reiscatalogus
  • El ferry = De veerboot
  • El Océano Atlántico = De Atlantische Oceaan
  • El paraíso = Het paradijs
  • El seguro de anulación = De annuleringsverzekering
  • El viaje a ciudades = De stedentrip
  • El volcán = De vulkaan
  • Es un país seguro = Het is een veilig land
  • Firmar = Ondertekenen
  • Hay de todo = Er is van alles
  • La arena = Het zand
  • La moneda = De munt
  • La pirámide = De piramide
  • La vacuna/vacunación = De vaccinatie/inenting
  • Las dunas = De duinen
  • Las vacaciones de playa = De strandvakantie
  • Lisboa = Lissabon
  • Lo tengo muy claro = Het is mij duidelijk
  • Londres = Londen
  • Los gastos de gestión = De reserveringskosten
  • Los zapatos cerrados = De dichte schoenen
  • No se admite/admiten/no se permite/permiten = Het is niet toegestaan
  • Nueva York = New York
  • París = Parijs
  • Roma = Rome
  • Viena = Wenen