- Spaans Nederlands
- el gobernador = de gouverneur
- californiano = van Californië
- desaparecer = verdwijnen
- la pista = het spoor
- la firma = de handtekening
- el salón = de woonkamer
- el comisario = de politiecommissaris
- interrogar = ondervragen
- el sospechoso = de verdachte
- la llamada = het telefoongesprek
- telefónico = telefoon-
- la cuenta = de rekening
- pobre = arm
- el ladrón = de dief
- completo = volledig
- el robo = de diefstal