Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Spaans Nederlands
  • las vacaciones = de vakantie
  • el verano = de zomer
  • ir de camping = kamperen
  • la tienda = de tent
  • fenomenal = geweldig
  • conocer = leren kennen
  • el mar = de zee
  • impresionante = indrukwekkend
  • deportivo = sportief
  • aburrido = saai
  • genial = fantastisch
  • precioso = prachtig
  • moderno = modern
  • simpático = aardig
  • gustar = leuk vinden / lekker vinden
  • visitar = bezoeken
  • volver (ue) = teruggaan
  • poner = plaatsen
  • romper = breken
  • enseñar = laten zien
  • salir = weggaan / uitgaan
  • poner = zetten / plaatsen
  • poner

    zetten / plaatsen / plaatsen

  • abrir = openen
  • inaugurar / abrir

    openen

  • dormir = slapen
  • escribir = schrijven
  • romper = breken
  • encantar = heel leuk vinden
  • el bolígrafo = de pen
  • La mochila = de rugzak
  • la regla = de liniaal
  • las tijeras = de schaar
  • el cuaderno = het schrift
  • el estuche = het etui
  • la goma = de gum
  • el lápiz = het (kleur)potlood
  • el sacapuntas = de puntenslijper
  • el compás = de passer
  • la calculadora = de rekenmachine
  • el pasatiempo = de hobby
  • tocar el piano = piano spelen
  • el violín = de viool
  • la batería = de drums
  • el baloncesto = basketbal
  • la moto = de motor
  • la guitarra = de gitaar
  • la flauta = de fluit
  • la iglesia = de kerk
  • el jardín = de tuin
  • italiano = Italiaans
  • francés = Frans
  • holandés = Nederlands
  • español = Spaans
  • americano = Amerikaans